bezonningsstudie

Een bezonningsstudie is een digitale simulatie van zonnestanden op basis van een 3D model van je woning / project en de direct omliggende bebouwing. Het model is aan de lengte en breedtegraad van de locatie gekoppeld en dient als basis. De schaduwval en het zonlicht bij de woning en tuin wordt op relevante data en tijdstippen visueel inzichtelijk gemaakt.

Het resultaat is een serie ruimtelijke 3D afbeeldingen die informatie geven over de bezonning van een bestaande en/of toekomstige situatie. Deze studie maakt de veranderingen inzichtelijk voor alle belanghebbende partijen. 

htlijn bevatten.  

De zon speelt een grotere rol bij woningen of andere bouwwerken, dan de meeste mensen denken. Zonlicht heeft invloed op humeur, werkprestaties en woongenot. Vanuit het Bouwbesluit zijn er regels voor voldoende daglicht in verblijfruimten van een nieuw te bouwen bouwwerk. Echter zegt het Bouwbesluit niets concreets over het wegnemen van zon bij anderen.

In Nederland zijn regelmatig veranderingen in een bebouwde omgeving als nieuwbouw of uitbreiding als aanbouw en dakopbouw gemaakt. Er wordt dicht op elkaar gebouwd. De kans is daarom groot dat nieuwe bouwwerken zonlicht van omwonenden doet afnemen. Nadat een gemeente een omgevingsvergunning goedkeurt, hebben omwonenden de kans om bezwaar tegen de nieuwbouw of uitbreiding te maken. Het wegnemen van zonlicht kan een goede reden zijn om bewaar te maken.

Ook bij veranderingen in het bestemmingsplan kan de gemeente u verplichten om een onderzoek aan te leveren.

  • Ten eerste kan de stedenbouwkundige beoordelen of uw aanpassingen past binnen het bestemmingsplan.
  • Ten tweede wordt er bekeken of omliggende bewoners geen hinder ervaren aan je bouwplannen. Een voorbeeld van hinder is meer schaduwval op het perceel dan voorheen.

Een bezonningonderzoek kan in dergelijke gevallen inzicht geven en functioneren als onderbouwing of zelfs een voorstel voor nieuw beleid of een richtlijn.

De benodigde gegevens voor het opstellen van het onderzoek zijn:

Minimaal:

  • Plattegronden en gevelaanzichten

Optioneel:

  • Foto’s van de situatie
  • Kadastertekeningen/Situatietekening

Deze voorbeeld studie geeft de schaduwwerking weer van een opbouw op een garage. De resultaten van 21 maart om 16:00 uur zijn weergegeven. Er is onderzocht wat het verschil is tussen de bestaande situatie en de nieuwe situatie. Dit zorgt ervoor dat er meer schaduwval is in de tuin van de naastgelegen buren. Deze schaduwval heeft een aanzienlijke schaduw in de tuin veroorzaakt.

Wegnemen van zonlicht kan een goede reden zijn om bewaar te maken.

Zodra er bezwaar wordt gemaakt, dient er aangetoond te worden dat de nieuwe situatie niet voor een substantiële vermindering van zonlicht zorgt. Dit gebeurt door middel van een bezonningsstudie. De contouren van de bebouwing wordt zowel in een bestaande toestand als in een toekomstige toestand driedimensionaal uitgewerkt. De exacte afmetingen van de gebouwen worden daarbij in het rekenmodel gebruikt. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van kadastrale gegevens en van de beschikbare bouwtekeningen en archieftekeningen van de woningen. De bebouwing wordt op de exacte oriëntatie gezet. Geografische coördinaten van de locatie worden exact bepaald en in het model verwerkt. Door middel van specialistische software kan vervolgens een bezonningsstudie worden gemaakt.

Voor de bezonningsstudie worden op verschillende tijdstippen, op verschillende dagen in het jaar, de schaduw in de bestaande en de nieuwe toestand doorgerekend. Het verschil tussen de situaties, is de toename van de schaduwwerking door de nieuwe bebouwing.

Wij hanteren de situaties op 21 maart, 21 juni, 21 september en 21 december met 7 tijdstippen per dag. Deze gegevens worden in een duidelijk rapport met de resultaten en een conclusie verwerkt. Daarin staan tabellen waarin de schaduw veranderingen tussen de bestaande toestand en de nieuwe toestand inzichtelijk worden gemaakt. Daarnaast bevat het rapport beeldmateriaal van het model en de bezonning in een bestaande toestand en een nieuwe toestand op de gekozen tijdstippen. We maken hiermee de bezonning en de schaduwwerking op de bebouwing visueel inzichtelijk. Eventueel kunnen hier ook animatiefilms van worden aangeleverd.

Er zijn in Nederland geen vaste eisen voor bezonning die door wet- en regelgeving worden aangestuurd. Daarom is er geen eenduidige manier om te uitkomst van de berekening te beoordelen. Om conclusies aan de bezonningsstudie te verbinden, wordt meestal naar de TNO normen gerefereerd. Er zijn twee normen.

Een lichte en een strenge norm. Voordat deze normen door ons worden aangehouden, wordt eerst nagegaan welke eisen de gemeente hanteert.

Bij de lichte norm moet een gebouw in de periode van 19 februari tot en met 21 oktober minimaal twee uren per dag zonlicht kunnen krijgen. De twee uren hoeven niet aaneensluitend te zijn. Er wordt op een hoogte van 75 centimeter boven de vloer van de verdieping van de woonkamer gemeten.

Bij de strenge norm wordt in de periode tussen 21 januari tot en met 22 november gekeken. Daarbij worden drie uren per dag als minimum gehanteerde. Deze uren dienen aansluitend te zijn. Op basis van de gehanteerde eisen, schrijven we een korte conclusie over de situatie die beoordeeld is.

Naast de TNO normen, hanteert Gemeente Den Haag de Haagse norm (de Haagse bezonningsnorm) voor bezonning. De Haagse bezonningsrichtlijn (2-uurs norm) waarborgt dat ook na realisatie van de dakopbouwen of nieuwbouw bij de omliggende woningen een goed leefklimaat resulteert. In deze norm staat dat op gevels van woningen tussen 19 februari en 21 oktober minimaal twee uur zon moet schijnen. Gemeente Den Haag hanteert deze norm bij veranderingen in de woonomgeving, zoals bij het bouwen van een nieuwe woning of het bouwen van een dakopbouw. Als de woningen voorafgaand aan de veranderingen al minder dan 2 uur zon zouden vangen, mag de bezonning op gevels niet verder achteruit gaan. Bij het toetsen van een bezonningsstudie, wordt de bezonning op voorgevels en de achtergevels bij elkaar opgeteld. Er wordt een meetpunt op 75 centimeter boven met vloerniveau in het midden van de gevel gehanteerd. Daarnaast wordt gemeten bij een zonhoogte van meer dan 10 graden. Deze norm is in het leven geroepen zodat Gemeente Den Haag de veranderingen van bezonning en de nadelige effecten bij buren op een eenduidige wijze te kunnen toetsen. Een bezonningsonderzoek dient door een extern adviesbureau uit te worden gevoerd.